Medische Encyclopedie
Inhoud
- Wat is anorexia nervosa?
- Kan ik er zelf iets tegen doen?
- Wat kan de apotheker voor mij doen?
- In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?
- Welke medicijnen worden gebruikt bij
Anorexia nervosa
Wat is anorexia nervosa?
Anorexia (anorexia nervosa) is een ernstige ziekte. Als je anorexia hebt dan voel je je dik, terwijl je juist te weinig weegt voor je lengte en leeftijd. Je bent eigenlijk altijd bang om dik te worden. Daarom probeer je dat op allerlei manieren te voorkomen. Je gaat bijvoorbeeld heel weinig eten of heel veel sporten/bewegen.
Het is een soort dwang om steeds magerder te worden. Weinig eten geeft een gevoel van controle, kracht en zelfvertrouwen. Voor sommige mensen is het een manier om met een gebeurtenis, emotie of een probleem om te gaan.
Veel mensen zien in het begin de ernst van weinig eten en veel afvallen niet in. Ze vinden niet dat ze een probleem hebben. Dit is onderdeel van de ziekte.
De mensen in jouw omgeving vinden het niet goed dat je zo afvalt. Zij maken zich zorgen en proberen je juist te laten eten. Jij wilt dit niet en wilt ook niet dat anderen zich met je bemoeien. Om niet te hoeven eten gebruik je allerlei trucs en leugentjes. Je zegt bijvoorbeeld dat je net gegeten hebt, je gooit eten weg of je eet mee en geeft daarna over.
Anorexia komt het meeste voor bij meisjes en jonge vrouwen.
Het is niet precies duidelijk hoe anorexia ontstaat. Bepaalde omstandigheden vergroten het risico op anorexia:
ErfelijkheidKomen eetstoornissen bij je in de familie voor? Dan heb je een grotere kans om zelf ook een eetstoornis te krijgen.
OmgevingOok de omgeving waarin je opgroeit kan ervoor zorgen dat je een eetprobleem ontwikkelt.
- Misschien ben je opgegroeid in een gezin waar gewicht en uiterlijk heel belangrijk zijn?
- Misschien doe je aan een sport waar gewicht heel belangrijk is?
- Misschien denk je dat je heel slank moet zijn omdat je dat op sociale media, tv of in tijdschriften ziet?
- Misschien heb je iets vervelends meegemaakt? Denk bijvoorbeeld aan scheiding van je ouders, pesten, mishandeling, seksueel misbruik of het verlies van een dierbare vriend.
Mensen met anorexia denken vaak negatief over zichzelf en hebben weinig zelfvertrouwen. Ze willen alles altijd heel goed doen en zijn bang om afgewezen te worden. Ze passen zich makkelijk aan aan wat anderen van hen verwachten. Emoties uiten vinden ze moeilijk en ze voelen zich vaak somber of depressief.
Misschien heb je het gevoel dat het allemaal wel meevalt, maar anorexia is een ernstige ziekte. Je moet eigenlijk altijd behandeld worden om ervan te kunnen herstellen.
Welke gevolgen kan anorexia hebben?
Lichamelijke gevolgen op de korte termijn- Je hebt het vaak koud.
- Je ziet bleek.
- Je voelt je snel duizelig of valt zomaar flauw.
- Je nagels scheuren makkelijk.
- Je hoofdharen vallen uit.
- De huid op je rug, buik en armen krijgt een donzige beharing.
- Je huid wordt droog.
- Je kunt minder goed naar de wc doordat je darmen verstopt zijn.
- Je krijgt hart-, maag- en/of nierproblemen
- Je groeit niet goed.
- Je botten worden broos.
- Anorexia kan zelfs zo erg zijn dat je er dood door gaat. Dit komt doordat je lichaam te weinig voeding binnenkrijgt en je organen er mee stoppen.
Bij vrouwen:
- Je wordt niet meer ongesteld.
- Je wordt onvruchtbaar.
- Je voelt je somber, depressief of angstig.
- Je geheugen wordt minder en je kunt je slecht concentreren.
- Je kunt geen goede keuzes meer maken.
- Je stemming verslechtert, je bent niet meer vrolijk en reageert vlak, kortaf of boos zonder enige reden.
- Het kan zelfs zijn dat je niet meer wilt leven.
- Je krijgt problemen met je partner, familie en/of vrienden.
- Er ontstaan problemen op school en/of op je werk.
- Je vindt niet meer fijn om aangeraakt te worden of seks te hebben.
- Je hebt minder plezier in de dingen die je eigenlijk graag doet.
- Uit schaamte zonder je je steeds vaker af. Je voelt je heel alleen.
Kan ik er zelf iets tegen doen?
Mensen met anorexia nervosa vragen vaak pas laat om hulp. Dat komt doordat ze zelf vinden dat ze niet ziek zijn. Maar: hoe eerder je hulp zoekt, hoe groter de kans is dat je herstelt.
Dus maak een afspraak met je huisarts. Bespreek de volgende dingen met je huisarts:
- hoe vaak en hoeveel je eet;
- of je eetbuien hebt en daarna wel of niet overgeeft;
- hoe je over je lichaam denkt;
- of je bent aangekomen of afgevallen;
- of je lichamelijke klachten hebt;
- hoe je over jezelf denkt;
- hoe je je voelt (ben je bijvoorbeeld moe of somber?);
- of en welke medicijnen je gebruikt (ook laxeermiddelen);
- wanneer en hoeveel je sport of beweegt.
Probeer er ook over te praten met mensen die je goed kent, zoals familie of vrienden, of iemand van je school of werk. Besef dat je er niet alleen voor staat en dat mensen je willen steunen.
Realiseer je ook dat je niet de enige bent. Problemen met eten komen veel voor. Het kan heel erg opluchten om te praten met andere mensen die anorexia hebben of hebben gehad. Zij snappen namelijk wat je doormaakt en wat je voelt.
Wat kan de apotheker voor mij doen?
Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.
- Receptcontrole
De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.
- Overzicht van uw medicijnen
Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.
- Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners
Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.
- Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen
Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.
- Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen
De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.
- Persoonlijk gesprek over uw medicijnen
Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.
- Medicatiebeoordeling
Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiƫnten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.
- Zelfzorg
Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.
- Bezorgservice
Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.
In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?
Welke medicijnen worden gebruikt bij
Olanzapine
Olanzapine regelt in de hersenen de hoeveelheid dopamine en serotonine, natuurlijk voorkomende stoffen die een rol spelen bij de beleving en stemming. Olanzapine werkt ook op het hongergevoel en kan zorgen voor gewichtstoename. Olanzapine kan de behandeling van anorexia met psychotherapie ondersteunen. Hierdoor kan het lichaam weer op een gezond gewicht komen.
Olanzapine wordt door de arts uitgeprobeerd bij kinderen en jongeren op basis van ervaring.